Voorkomende ziekten
Rabarber is een sterk gewas, dat doorgaans weinig door ziekten wordt aangetast, mits men bij de vermeerdering uitgaat van gezond plantmateriaal. Hieronder volgt een uitgebreide beschrijving van de ziektes.
Bladvlekken
Verspreid over het blad komen ovale tot onregelmatige gevormde bruine vlekjes voor. De ziekte treedt vooral op onder vochtige omstandigheden en in slecht verzorgde percelen. De aantasting kan soms een voortijdig afsterven van de bladeren veroorzaken.Roest
Op de bovenkant van de bladeren ontstaan roodachtige tot paarse vlekjes, die aan de onderzijde van het blad geelachtig-wit zijn en uitstulpen. Hieruit komt een witachtig poeder, bekersporen genaamd. Deze roest wisselt van waardeplant. De zomer- en wintersporen worden gevormd op riet in langwerpige, bruine vlekken aan beide zijden van het blad. De bestrijding bestaat uit het tijdig verwijderen van riet uit en rondom planten.Valse Meeldauw
Op de bovenkant van de bladeren ontstaan geelachtige vlekken, die aan de onderkant met witte schimmelpluis zijn bedekt. Koel, vochtig weer werkt de aantasting in de hand.Virusziekten
In het voorjaar blijft de bladontwikkeling achter bij die van gezonde planten. Vaak komen chlorotische vlekken voor, echter niet op alle bladeren van een zieke plant. Soms is sprake van alleen enkele gele vlekjes, terwijl weer andere bladeren ermee bezaaid kunnen zijn. Ook kunnen mozaïek -symptomen, te licht gekleurde bladeren en necrotische ringen of plekken op de bladeren worden aangetroffen. Later in het voorjaar komen bepaalde bladgedeelten slecht tot ontwikkeling. Ze zijn lichtgroen en bros. In de zomermaanden vallen op deze plaatsen grote gaten in het bladweefsel.Insecten
ZuringhaantjesIn Nederland komen twee bladkeversoorten voor, nl de Groene Zuringhaan en de Tweekleurige Zuringhaan. De eerste is 4-6 mm lang en goudkleurig-groen. De tweede is iets kleiner, donkerblauw tot groenachtig en heeft een rood halsschild. Beide soorten overwinteren in de grond bij de waardplanten op een diepte van 5-15 cm. In de 1e helft van mei komen ze tevoorschijn, de eitjes worden op de onderzijde van de bladeren afgezet. De Groene Zuringhaan kan bij een optimale temperatuur van 15°C gem. 100-1000 eitjes leggen. De tweekleurige Zuringhaan kan bij een optimale temperatuur van van 25°C 400-700 eitjes leggen. Gewoonlijk zijn er 2 generaties p/j. De larven en kevers vreten grote en onregelmatige gaten in de bladeren. Deze bladbeschadiging leidt bijna nooit tot echte schade.
Bietecyste-aaltjes
- wit bietecysteaaltje en betageel bietecysteaaltje
Vaak treedt daarbij pleksgewijs slechte groei op; soms echter op het hele perceel vertraagde groei, gepaardgaande met een aanzienlijke opbrengstreductie. Het wortelstelsel is soms baardig en aan de wortel zitten cysten.
Bestrijding: Géén bieten, kroten, spinazie (zomer- en herfstteelt), kool, koolraapgewassen en rabarber als voorvrucht telen.
Stengelaaltjes en Destructoraaltjes
Aaltjes dringen vanuit de grond de plant binnen in de zone onder de zijknoppen, waardoor rotting ontstaat. Het onderste deel van de bladstelen wordt eveneens aangetast. De stelen zwellen iets op en het weefsel maakt een vermolmde indruk. De planten vallen uiteindelijk weg. Men kan aaltjesaantasting voorkomen door gezonde planten op een niet besmette grond uit te zetten. Bemonstering op aaltjes van nieuw aan te planten percelen is een eerste vereiste.Bacterie- en schimmelziekten:
Erwinia RhaponticiDeze bacterie veroorzaakt dicht onder het grondoppervlak een 'smet' aan de knoppen. Het inwendig weefsel verkleurt in het begin bruin en gaat langzaam over in zwart, tot slot verrot het gedeeltelijk en er ontstaan uithollingen in het weefsel, vaak recht onder een oog. Deze aantasting manifesteert zich al vanaf het voorjaar op het moment dat de ogen gaan uitlopen. Deze ogen teren dan op het reservevoedsel uit de pol. De cellen daar worden als het ware leeggezogen. Hierdoor zijn deze verzwakt en extra gevoelig voor een aantasting van de in feite secundaire Erwiniabacterie. Slechte structuur, wateroverlast e.d. spelen ook duidelijk een rol.
Stengelbasisrot
De uit fruitteelt en aardbeienteelt bekende schimmel Phytophthora cactorum veroorzaakt bij rabarber een stengelrotbasis dat vooral onder vochtige omstandigheden blad en steel laat 'smetten' en wortels laat rotten. Vaak sterft zo'n plant af. Het zieke weefsel is in het begin waterig, later verkleurt het bruin. Géén besmet plantmateriaal uitzetten en zorgen voor voldoende ontwatering op de betreffende percelen.
Ascochyta Rhei
In het aanvangsstadium mozaïkachtige bladverkleuringen. Later ontstaan rode of bruine vlekken van verschillende grootte die vaker in elkaar overgaan. Typisch zijn de vlekken met een donkere punt in het centrum (valt er ook vaker uit) omgeven door een rode ringzone.
Violetwortelrot
Veroorzaakt vaak pleksgewijs schade in een rabarberplant. De wortels worden omgeven door een rood-violetachtig schimmelpluis op de smettende en rottende plekken. Tot slot sterven de planten af.